Suman leidt een welvarend leven samen met haar vader, weduwnaar, Thakur Ranvir Singh, en een ongehuwde tante, Damyanti, in een paleisachtig huis in Bombay. Ze zijn directe afstammelingen van Raja Hariman Singh van Bijapur. Wanneer Ranvir erachter komt dat Suman verliefd is op een man uit de middenklasse, Sanjay, uit hij zijn ongenoegen en verbiedt hij haar hem ooit nog te zien. Als ze volhoudt, vertelt hij haar dat er een vloek op de hele familie rust - een vloek die 200 jaar geleden werd opgelegd door een bloeddorstige, vleesetende demon genaamd Samri.