In een afgelegen huis op het Zweedse platteland in de zomer van 1981, zet een tienjarig meisje de eerste schreden op het pad naar volwassenheid. Het meisje moet de zomer doorbrengen met haar Boheemse tante, als haar ouders naar Afrika gaan voor het werk. Maar zij kan niet van haar tante op aan, en als haar tante een zeiltocht gaat maken met een man die ze nog maar nét heeft leren kennen, besluit het meisje om voor zichzelf te gaan zorgen.