Het lijk van een man wordt gevonden in een verwaarloosd kapelletje. Witse ontdekt dat de man een affaire had, maar uiteindelijk besliste voor zijn gezin te kiezen en van werk te veranderen. Zijn 8-jarig zoontje is chronisch ziek, en zijn toegewijde vrouw vult haar dagen en nachten met de verzorging ervan. Kon zijn maîtresse de afwijzing niet aan, of is de turbulente relatie met zijn vader de sleutel tot de moord?