Bij het uitladen van de triporteur vinden Stavros, Jef en Ida een paar oude flessen wijn. Als ze ervan proeven, smaakt hij naar azijn. Maar, ze vernemen van Edgard dat rijke mensen voor zo'n flessen wel eens vijfenzeventigduizend frank durven neertellen. Ze komen dan ook tot het besluit dat ze zonder het te weten op een goudmijn gestuit zijn. Wat is er immers moeilijk aan flessen azijn voorzien van prachtige etiketten om ze dan tegen een hoge prijs te verkopen? Als Rik het drietal betrapt bij hun clandestiene werkzaamheden, geven ze hem een fles van hun oude wijn cadeau. Daarmee kon de kous af zijn, ware het niet dat de nietsvermoedende Rik een wijntje aanbiedt aan de commissaris van politie.